Over het schrijven van een stuk over schelden met kanker heb ik lang nagedacht. Misschien wel het langst van alle stukken die ik geschreven heb. In mijn “slogan” mag dan wel staan dat ik ongezouten ben, maar soms is het slimmer om wat genuanceerder te zijn.
Twee vragen waar ik vooral mee zit zijn de volgende:
- Moet je deze discussie wel opgang brengen?
- Hoe breng je zo’n discussie op gang zonder dat mensen elkaar over en weer de ergste dingen toewensen?
Op het moment dat je een discussie als deze losmaakt gaan er zich automatisch figuren mee bemoeien die aan beide uiterste van het spectrum zitten. Voeg daar gortdroge tekst en een flinke lading drogredenen aan toe en een Quasimodo van een discussie is geboren. Teringlelijk, maar met goede bedoelingen. Groot kans dat mensen, die nu virtueel met elkaar op de vuist gaan, de woorden van deze alinea niet eens hebben gelezen en alleen ongeremd reageren op Ad of Corrie in de comments. Jullie zijn debiel, wees bewust van de beperking van je eigen mening en belevingswereld.
Desalniettemin ga ik het toch doen, want het tweede deel van mijn “slogan” slaat op herkenbaar. Ik wil bespreekbaar maken waar we allemaal wel eens over na hebben gedacht, maar nooit echt stil bij hebben gestaan.
Waarom schelden mensen met kanker?
Nederlanders en Belgen zijn voor zover ik weet de enige die schelden met ziektes. Tering, tyfus, kolere, pest, pokke, maar ook met kanker.
Woorden verschillen fonetisch (hoe het klinkt). Dit verschil in klank zorgt ervoor dat de ervaring bij een woord heel anders kan zijn. “Kiki” bijvoorbeeld klinkt door de k’s veel scherper en harder dan “Boeba”, wat veel zachter en ronder klinkt.
Daarnaast heb je natuurlijk ook de betekenis van een woord. Het gekke is dat taal continu in verandering is. Dit betekent ook dat één woord meerdere betekenissen kan krijgen waarbij de oorspronkelijke betekenis naar de achtergrond lijkt te verschuiven.
Dit zie je dus heel vaak bij krachttermen. Woorden die nogal beladen zijn, zoals kanker, lijken daarbij volledig hun originele betekenis te verliezen en te veranderen in een woord dat je in zet om “kracht” bij je verhaal te zetten.
Kanker klinkt dus heel erg scherp en hard. Alsof de combinatie van fonetiek, betekenis en maatschappelijke status van een woord ervoor zorgen dat je de next-level van de overtreffende trap bereikt. hard, harder, hardst, kankerhard. Super vaag, toch?
De vraag hierbij is, wegen de voordelen op tegen de nadelen? Valt schelden met kanker met al deze argumenten te verantwoorden?
Of schelden met kanker te verantwoorden valt ligt gewoon aan jou. Jouw tolerantie tegenover schelden (met kanker) komt volgens mij tot stand door een samenspel van neurologische, psychologische en socio-culturele aspecten. Het allerbelangrijkste daarbij is in welke mate je bent geconfronteerd met kanker.
Kampen
Ondanks dat de originele betekenis naar de achtergrond lijkt te verschuiven, neemt het dus niet weg dat voor een groot deel van de mensen schelden met kanker herinnert aan angst, verdriet en pijn. Schelden met kanker komt voor een hoop mensen gewoon nog ontzettend dichtbij.
Tegenwoordig lijkt er steeds meer met kanker te worden gescholden. Nog steeds wordt er afkeurend op gereageerd, maar er komt nu ook een beweging op die mensen bewust maakt van het feit dat woorden hun oorspronkelijke definitie verliezen. Zelf denk ik dat schelden met kanker steeds meer zal toenemen. Zo ver zelfs dat niemand het nog wat interesseert. Of dat iets goeds is weet ik niet.
Als de medische kennis verder vordert en kanker beter te bestrijden wordt verwacht ik dat (binnen een aantal generaties) het schelden met kanker ook zal normaliseren.
Schelden is goed?
Als je goed gelezen hebt zie je dat sommige termen, zoals “kracht”, tussen aanhalingstekens staan. Je kunt je namelijk afvragen of schelden niet gewoon je taal verziekt en daarmee de samenleving verder verhufterd.
Toch kan schelden ook positief zijn. Er wordt veel onderzoek gedaan waarom mensen schelden en hoe het tot stand komt. Sommige studies laten zelfs zien dat schelden pijn verdraaglijker kan maken. Bizar.
Voordeurempathie
Net gaf ik al aan dat veel mensen met andere ziektes schelden, maar van kanker nog weg blijven. Best gek, want het leed dat mensen hebben moeten ondergaan bij een pestuitbraak heeft inmiddels compleet zijn lading verloren. Zou je dan eigenlijk ook niet empathisch moeten zijn naar die miljoenen mensen die zijn overleden aan de pest of angst, pijn en verdriet hebben gehad?
De keuze om met kanker te schelden is dus nog flink onderhevig aan empathie. Ik zie empathie, in heel deze kwestie, als jezelf verplaatsen in een ander en daarmee rekening houden met de gevoelens van mensen in je directe omgeving in de huidige tijd. In deze situatie noem ik dat voordeurempathie. Mensen die alleen empathisch zijn tot hun eigen voordeur. Dat is niet meer dan logisch, maar ook behoorlijk hypocriet.
Lees ook: Waarom jij jezelf niet gaat ‘vinden’ in Thailand
Kanker komt gewoon nog heel dichtbij en de pest niet. Daar dien je rekening mee te houden. Ik gebruik in mijn blogs vaker scheldwoorden om zinnen of woorden krachtiger te laten lijken. Ik vind dat schelden in de juiste context met mate een verrijking van je taal kan zijn, met de nadruk op in de juiste context. Bij sommige mensen kan het. Je moet goed aanvoelen waar en wanneer je wat kan zeggen.
Kanker zal je hier daarom niet lezen.
Of ja, in dit artikel zo’n 25 keer.
Wat jij roept als jij je teen stoot moet je natuurlijk zelf weten. In alle andere openbare situaties lijk het mij slimmer om niet met kanker te schelden. Scheldwoorden worden te snel stopwoorden. Ik denk dat het leed van anderen en het taboe op schelden met kanker niet opweegt tegen het fonetisch-orgasme ervan. Bij mij is het er ook wel eens uitgefloept, not gonna lie.