De laatste tijd deel ik vaker met jullie welke boeken ik lees. Ik vroeg of jullie vonden dat ik daarmee moest optyfen of dat jullie het leuk vonden. Gelukkig was dat laatste het geval.
Een van de boeken, die ik inmiddels al een tijdje uit heb maar waar ik nog veel over nadenk, is ‘The Four Hour Work Week’ van Timothy Ferriss. In het begin vond ik zijn boek echt mega irritant omdat het een soort van Tel Sell toontje heeft. Te Amerikaans. Máár, na een bladzijde of 70 begon ik er in te rollen en raakte ik er alleen maar door geïnspireerd.
Tim’s boek gaat eigenlijk over ’time managment’. Hierbij vertelt hij aan de hand van praktijkvoorbeelden hoe je eerlijk, bewust en gerelativeerd naar je tijd hier op aarde kan kijken en hoe je het zo kan indelen dat je eigenlijk alles kan doen waar je echt gelukkig van wordt. Het klinkt een beetje als gouden bergen beloven en dat is precies waarom ik het boek in het begin zo irritant vond, maar de kern van de boodschap vind ik enorm sterk. Het betekent dus niet dat je zomaar een werkweek van vier uur creëert, maar dat het iet is waar je structureel zelf actief stappen in moet ondernemen.
Het is dus eigenlijk gewoon een boek dat autonomie aanmoedigt en je daar allerlei tips voor geeft. Dat vind ik heel erg mooi.
Een van de onderwerpen uit het boek is optimaliseren en automatiseren. Waarom zou je in godsnaam mega veel tijd en energie in iets steken als je er eigenlijk heel weinig uithaalt? Met andere woorden het Pareto principe. 80% van de uitkomsten komt voort uit 20% van het eigenlijke werk.
“20% van de bevolking in Italië bezit 80% van de rijkdom.” – Pareto (1906)
Dit betekent dat veel van wat wij doen suboptimaal is. Het is overigens echt een principe en geen wet, want je kan in feite overal zo’n 80/20 verhouding in gaan zien, maar dat is natuurlijk onzin.
Surfen = altijd suboptimaal
Het heeft mij alleen wel anders doen kijken naar surfen.
Ik bedoel, hoe suboptimaal is surfen? En wat betekent optimaal precies? En willen we dat eigenlijk wel? Maakt het suboptimale van surfen het juist niet surfen?
Dat twijfelachtige gevoel of je alles laat vallen om het water in te kunnen en daar die paar ritten te scoren die je sores van die week even doen laten vergeten. Gaat het niet juist daar om?
Of is dat ergens eigenlijk een beetje achterlijk?
Surfen is altijd suboptimaal, want er zijn nooit 24/7 golven waarbij de condities altijd on point zijn. Ook niet op spots van wereldklasse. Hoewel foto’s en video’s dit ons wel altijd laten geloven is dit ook maar gewoon een marketing trucje om jou daar naartoe te trekken zodat je daar je geld uit kan gaan geven.
100% optimaal surfen zou voor mij betekenen dat de swell, wind, getij en de banken altijd aan zijn als je besluit de zee in te gaan. Maarja, dat is natuurlijk eerder uitzondering dan regel.
Ik denk zelf dat een groot deel van de charme van surfen inhoudt dat het inderdaad suboptimaal is. Per toeval, ondanks voorspellingen, een hele goede sessie hebben en voor de rest veel zeiken en wachten. Een soort van ontsnapping aan de gehaastheid en de dagelijkse, bijna mechanische, sleur.
Dat suboptimale is voor velen denk ik een bewuste berusting. Dat is een hele sterke adaptieve eigenschap om te bezitten. Vooral op dingen waar je geen invloed kan uitoefenen. Ik denk dat dit ook het geheim is waarom surfers voor anderen overkomen als hele relaxte mensen, terwijl we eigenlijk gewoon terror macho’s zijn.
Het suboptimale is één van de onderdelen van de ‘ziel’ van het surfen.
Subsuboptimaal
Surfen in Nederland is echter wel héél subsuboptimaal, terwijl onze ‘scene’ zichzelf wel heel serieus neemt. Daar heb ik al zo vaak over geschreven en dat lees je nog eens hier, hier en hier.
Op basis van die vijf dagen per jaar dat het écht afgaat kan je niet echt stellen dat we een bijzonder surfbaar land hebben. Dat houdt namelijk in dat wij 1,3% van het jaar goeie surf hebben. Maar goed, ook dat heeft ergens haar charme omdat iedereen dat massaal bijeenkomt en in het water ligt.
Wat eigenlijk ook paradoxaal is omdat iedereen dan ineens meer golven moet delen waardoor iedereen uiteindelijk toch minder scoort. Wat eigenlijk ook niet waar is omdat we in Nederland maar een handjevol surfers hebben die ook echt uit de voeten kunnen als de surf dik is. You know who I’m talking about.
Surfen kan wel optimaler zijn
Wat nou als we altijd zouden kunnen surfen?
Dat zou denk ik het allerbeste ter wereld zijn.
En het kan ook binnenkort. Moet je dit eens kijken.
Ik zal eerlijk zijn. In het begin was ik sceptisch omdat ik ergens juist van het suboptimale van surfen houd, maar na het lezen van ‘The Four Hour Work Week’ ben ik het dus eens vanuit een andere hoek gaan bekijken. Want waarom zou je in godsnaam genoegen nemen met minder als je in een wavepool ook je gram kan halen. Zo’n ding is toch geniaal!
Ik moet wel zeggen dat ik ook geen voorstander van het andere uiterste. Daarmee bedoel alleen maar wavepool surfen. Surfen in de natuur is namelijk mega chill en gratis. Ook niet onbelangrijk.
Dus waarom niet allebei? Zo krijg je toch je dagelijkse/wekelijkse portie surf, gaan je skills vooruit en blijf je ook nog eens fit. Dan lig je ook met een minder zure bek in de zee zodra het wél weer lekker loopt.
Mocht je dit nou ook een goed idee vinden dan kan je hier deelnemen aan de crowdfunding, want zo’n wavepool bouw je niet zo 1-2-3. Ik heb zelf ook nog niet geïnvesteerd want mijn salaris komt volgende week pas. Het lijkt me gewoon een tof project. Zeker met het bovenstaande verhaal in mijn achterhoofd.
Nou, dat was het weer. Doei, hè!