Smartphones zijn leuk. Smartphones zijn handig. We hebben al genoeg geklaag gehoord over hoe smartphones mensen minder sociaal maken en hoe ze ons zelfs dommer kunnen maken. Mij ga je daar dus niet meer over horen. Waar je mij wel over gaat horen is waarom ik denk dat wij écht van onze smartphone houden.
Voor de verbeelding
Beeld je even in.
Jij zat in VWO6, hij in HAVO5. Jullie kennen elkaar niet echt, maar toch weet je heel veel over elkaar. Je hebt elkaar zelfs op Facebook, maar spreekt elkaar eigenlijk nooit. Dat vinden jullie prima. De keren dat jullie elkaar wel spreken is halfzat in de kroeg. Met de meest toffe blik op je bek geef je hem een hand. Een gewone hand, dus niet zo’n toffe waarbij je elkaars duimbil vastgrijpt. Jullie moeten het immers wel een beetje “zakelijk” houden.
Terwijl je er ook nog even helemaal gratis een casual knipoog bij gooit, loop je al half door en zeg je nonchalant: “Hey maat, alles goed?”. Waarop hij reageert: “Ja, man, jij ook?”. Waarna jij weer súpertof zegt: “Ik ook man. Luister ik ga even snel een biertje fixen, spreek je straks man.”. Natuurlijk weten jullie bij de voordeur al dat jullie elkaar niet meer gaan spreken en dat bier halen dé beste smoes ooit is. De komende weken spreek je elkaar overigens ook niet meer. Totdat jullie dit semi-sociaal-verplichtte toneelstukje in de kroeg weer op kunnen voeren om te laten zien hoe tof jullie wel niet zijn.
Doen we allemaal. No worries. Hoort bij ons.
Oké, hou deze gedachte vast.
First world problems
De meeste problemen die wij hier in Nederland hebben zijn problemen die alleen in het westen voor komen. Ik heb het dan over problemen als een telefoon die uitvalt 15 minuten voordat je thuis bent, of een Big Mac vlek in je trui die je er sowieso altijd wel weer uit krijgt. Eigenlijk slaat het nergens op om ons daar heel erg druk over te maken, maar toch doen we dat.
Maakt dat deze problemen minder erg?
Ik denk van niet.
Wij hebben totaal geen referentiekader in hoeverre het gerechtvaardigd is om over ons gezeik te klagen. Behalve het referentiekader geschonken door de media, daar maken we dan ook gretig gebruik van.
Door te relativeren kunnen we kleine problemen vaak nonchalant tenietdoen, wat eigenlijk best goed helpt. Want tja, een Big Mac vlek in je trui is klote, maar het hebben van géén trui en wel malaria is nog veel kloterder.
Als je er eigenlijk over na gaat denken is het relativeren van je first world problems eigenlijk alleen maar heel arrogant naar de situatie/persoon waarnaar je relativeert. We gaan er immers van uit dat hun leven nog veel erger is dan dat van ons.
Oké, mijn schuld. We dwalen van het onderwerp af. Dat is een nogal gewoonte van mij, sorry.
Ik denk dus dat het hebben van first world problems compleet normaal is en dat het appels met peren vergelijken is. Je mag je dus best ergeren aan kleine dingen als zand in je bed of dat er “niks” te eten ligt in de koelkast. Dat gezegd hebbende. Back to topic.
Smartphone saves the day
Wat misschien wel de meest nare first world problem ooit is, is het tegenkomen van de dude (die we net besproken hebben) in everyday life. Je had zo gehoopt hem alleen nog maar tegen te komen in de kroeg. Echter hier is nu geen muziek. Geen feest en geen tijd of ruimte om bier halen als smoes te gebruiken.
Het is niet zozeer dat je iets tegen die gast hebt. Echt niet. Je hebt er alleen totaal geen zin in nu. Je mompelt gefrustreerd in jezelf: “Ouwe. Nee. Fuck. Van alle dingen vandaag op deze dag heb ik nu echt het minste zin in deze gast.”
Je komt hem op de meest irritante momenten op de meest logische plekken tegen. Zoals in de trein aan het einde van je lange zware dag of op het station in de ochtend als je nog wakker moet worden.
Als je iemand wilt ontwijken kun je twee handige hulpmiddelen inzetten.
Allereerst, de mensenmassa om je heen.
Ten tweede, en je voelt hem natuurlijk al aankomen, je smartphone.
Dé universele reactie die iedereen heeft is natuurlijk schrikken. Meestal zie je de persoon al van een afstandje aankomen. Je voelt die buzz en lichte spanning in je lijf. Wat ga je doen? Knoop je toch een gesprekje aan? Je hebt er totaal geen zin in. Je verplaatst jezelf meer naar de achtergrond. Vervolgens doe je heel slick alsof je telefoon trilt en grijpt casual naar je broekzak. Met je beste acteerskills, Leonardo DiCaprio zou zeker jaloers zijn op dit oscarwaardige tafereel, unlock jij je telefoon en doe je net alsof je helemaal in het scherm gezogen bent. Je houdt vol.
Op dit moment kunnen zich twee situaties voor doen. 1) De persoon ziet je niet, gaat verder en je snode plan heeft gewerkt. Of 2) het wordt toch allemaal wat lastiger dan je gehoopt had. Als het situatie 1 is ben je blij en dank jij je smartphone hartelijk. Bij situatie 2 kan het weer twee kanten op gaan.
When things go downhill
Situatie 2.1; De persoon gaat vlakbij je zitten, gaat dezelfde kant op of doet iets anders vervelends waardoor jij je act vol moet houden.
Op dit moment moet je gefocust door blijven gaan met wat je doet. Desalniettemin kijk je af en toe toch kort op, om vervolgens meteen weer terug in je telefoon te duiken. Je doet dit omdat je zeker wil weten of deze persoon er nog is en of je überhaupt bent opgemerkt. Als dit niet zo is, ben je alsnog geslaagd. Schouderklopje voor jezelf.
Ben je wel opgemerkt, maar hou je je act toch vol? Chapeau, jij meedogenloos ding!
Situatie 2.2; Op het moment dat je merkt dat de persoon jou net zo hard zit te negeren als jij hem, komt er een mix van gevoelens bij je op. Aan de ene kant ben je blij, want je hebt rust. Toch blijft het mega awkward en het maakt komende interacties in de toekomst alleen maar vager en ongemakkelijker.
Bovendien voel jij je toch ook een beetje beledigd omdat jij, uitgerekend jij, ook genegeerd wordt. Zo erg ben je toch niet? Natuurlijk ben je dat niet, maar hij heeft er waarschijnlijk net zo weinig zin in als jij.
Hoewel je zo moeilijk kan doen, kun je ook gewoon alleen ”Hoi” zeggen en hopen op het beste. Je kan natuurlijk ook gewoon over deze blog beginnen, dan is het meteen helemaal duidelijk!
Als ik na denk over hoe vaak dit voor komt, kan ik niet anders zeggen dan dat mensen dit ook bij mij moeten doen. Tegen die mensen wil ik graag zeggen:
“Ik neem je helemaal niks kwalijk. Ik doe het ook. Ik bewonder je ontwijktactieken daarom ook enorm. De volgende keer dat wij elkaar per ongeluk ongewenst tegen het lijf lopen hebben we in ieder geval een onderwerp om over te praten. Dat maakt het allemaal wat minder awkward, toch?” – Ikke
Reacties